Laatste nieuws over onrust in de Noord-West Provincie
Onrust in Kameroen.
Inleiding
Al vele jaren heerst er in het Engelstalige Noord- en Zuidwestelijk deel van Kameroen op gezette tijden onrust, als gevolg van de achterstelling die men daar voelt ten opzichte van het Franstalige deel. In het afgelopen jaar is deze onrust verhevigd, doordat groepen (van m.n. jongeren) in het Engelstalige gebied die zich willen afscheiden van het Franstalige deel, gewelddadiger opereren en door de wijze waarop de overheid hierop reageert (met inzet van het leger en met veel geweld).
De stakingen in het Noordwesten (vaak afgedwongen door de separatisten) worden door het leger hard neergeslagen met doden, gewonden en veel arrestaties als gevolg.
Doordat de steden in het gebied stevig gecontroleerd worden door de overheid (leger en politie) is de problematiek daar meer onderhuids.
Er wordt regelmatig geschoten, waardoor mensen nauwelijks de straat meer op komen.
Scholen worden bij onlusten gesloten en economische activiteiten staan op een laag pitje ( Ziekenhuizen, bedrijven en winkels zijn delen van de week gesloten).
De echte strijd zit meer op het platteland. De politiecontroles op de wegen (de roadblocks) in het Noordwesten zijn verveelvoudigd en geïntensiveerd. De politiemensen zijn zwaar bewapend en treden hard en intimiderend op . Dorpen worden platgebrand en onschuldige burgers worden vermoord. Beide partijen geven elkaar de schuld van het geweld, maar feit is dat grote groepen (genoemd wordt een aantal van 220.000 Kameroeners) hun huis hebben verlaten en naar andere gebieden vluchten (Nigeria en het Franstalige deel). Een deel verstopt zich ook in de bossen. Sommigen van hen zijn geraakt door kogels maar durven niet meer terug te keren naar hun dorp voor medische hulp (bron: Human Rights Watch) Human Rights Watch pleit bij de regering voor vrije doorgang , zodat hulporganisaties de inwoners kunnen helpen.
Het oplaaien van het conflict op dit moment heeft, naast het streven naar onafhankelijkheid, te maken met het verzet tegen het zittende regime.
President Paul Biya (85 jaar) is inmiddels 35 jaar aan de macht en wil zich weer herkiesbaar stellen voor de verkiezingen in november. Achter de president zit een enorme elite die profiteert van zijn beleid. De kloof tussen rijk en arm wordt daardoor steeds groter. Zo'n 60 procent van de bevolking is jong en komt niet aan werk. Niet alleen in het Engelstalige, maar ook in het Franstalige gedeelte is er verzet tegen het regime.
(bron : NOS.nl)
Tot heden slaagt het huidige regime er in om er voor te zorgen dat er weinig over het huidige conflict naar buiten komt, o.a door het afsluiten van internet.
Human Rights Watch waarschuwt voor escalatie van het conflict als niet internationaal wordt ingegrepen.
Chronologie van het ontstaan van het huidige conflict
De Noordwest en Zuidwest provincies van Kameroen zijn als voormalig Engelse kolonies nog steeds zeer gericht op de Engelse cultuur.
Zo is de voertaal Engels en zijn veel instituties (zoals b.v. onderwijs en rechtspraak) op Engelse leest geschoeid.
De rest van Kameroen is een voormalige Franse kolonie en heeft nog nauwe banden met Frankrijk m.n. op het terrein van handel en financiën. De voertaal is daar Frans en het land ademt op diverse terreinen de Franse cultuur.
In 1945 (na de Tweede Wereldoorlog ) waren beide gebieden mandaatgebieden van de V.N. en stonden beide gebieden onder toezicht van resp. de Engelse en Franse regering.
Doel van dit toezicht was de landen te begeleiden naar (een vorm van) zelfstandigheid.
Dit leidde via een referendum in 1961 tot een samenvoeging van beide landen in een z.g aggregatieve Federatie (een federatie bestaande uit landen met een gelijke status).
" The Federal Republic of Cameroon/ Republique Federal de Cameroun"
Beide landen werden hierdoor onafhankelijk van resp. Groot Brittannië en Frankrijk
Gezien de omvang van de beide landen (de verhouding Franstalig versus Engelstalig is ca. 5 : 1) voert het Franstalige deel de boventoon. Het Franstalige bestuur domineert de besluitvorming, ook al omdat de relatie met Frankrijk nauwer is dan die van het Engelstalige deel met de Engelsen.
Er werden maatregelen voor beide staten ingevoerd die vooral voortkwamen uit de Franse dominantie. Het verkeer ging rechts rijden, de Centraal Afrikaanse Frank (CFA )die toen was gekoppeld aan de Franse franc) werd ingevoerd, het Franstalige bankenstelsel en wetgeving domineerden en de belangrijke beslissingen voor de Federatie werden gedomineerd door het Franstalige bestuur.
In 1966 fuseerden de beide grootste politieke partijen van het Anglophone en Francophone deel tot de " Union Nationale du Camerounais" , de enig toegestane politieke partij. Daarmee is de bestuurlijke invloed van het Anglophone deel sterk beperkt en is het bewind (vanaf de toenmalige president Ahidjo) steeds meer autoritair en repressief geworden. De gevangenissen zijn, als gevolg hiervan, steeds voller komen te zitten met critici en tegenstanders van het bewind.
De ontwikkeling richting centralisatie van de macht van de federatie leidde in 1972 tot een referendum waarin het besluit werd genomen de federatie op te heffen en de Republiek Kameroen te vestigen. Vanaf het begin wordt dit referendum en het daar genomen besluit vanuit Anglophone groepen bestreden. Men acht dit onwettig qua procedure en inhoud. Uitingen van deze tegenstanders worden onderdrukt.
In 1984 neemt Paul Biya het bewind over van Ahidjo en hij richt de republiek nog centralistischer in. De banden met Frankrijk worden aangehaald en de repressie neemt toe. Uitslagen van verkiezingen, voor zo ver deze gunstig zijn voor de Anglophonen, worden genegeerd en demonstraties die bij tijd en wijle opkomen worden met geweld onderdrukt.
In 2015 komt het onderwijs onder druk te staan. De overheid wenst dat op de scholen in het Engelstalige deel ook Franse les ( door Franstalige onderwijzers) wordt gegeven en bij protesten wil de overheid overgaan tot het benoemen van Franstalig management.
De Engelstalige advocatuur komt in opstand tegen het feit dat de Franse wetgeving voorrang krijgt en dat daardoor zaken vooral in het Frans moeten worden gevoerd.
De Unie van onderwijzers en de advocatuur komt dan in opstand en komt met het voorstel de identiteit van het Anglophone deel te verdedigen door de situatie te herstellen zoals deze voor de UN resolutie van 1972 was. Dit voorstel wordt genegeerd door de regering en dit leidt tot stakingen in het onderwijs en in de advocatuur en tot acties en demonstraties in het Anglophone deel.
Vanaf oktober 2016 t/m juni 2017 gingen de leerlingen in het Engelstalige deel niet naar school. In september 2017 begonnen de scholen langzaam weer te starten, maar dat bleek voor veel scholen een moeizaam proces . In de Babungovallei kwam het onderwijs redelijk snel goed op gang, maar in Njinikom zijn er periodes van onregelmatig onderwijs.
Dit heeft o.a. te maken met het feit dat er soms scholen die willen starten onveilig gemaakt worden en zelfs in brand worden gestoken. Beide partijen, de separatisten en het leger, geven hiervan elkaar de schuld. Het centrum van deze activiteiten is begonnen in de stad Kumbo, maar heeft uitstraling naar de omgeving. De onderlinge confrontaties vinden m.n. plaats op het platteland. De Kameroenesen die daar het slachtoffer van worden kunnen niet bepalen welke van de strijdende partijen de veroorzakers van het geweld zijn.
Demonstraties en acties worden door regeringstroepen met geweld neergeslagen en veel mensen belanden in de gevangenissen waar zij slecht behandeld worden.
Diplomatieke activiteiten hebben nog geen effect gehad, dus op dit moment is onduidelijk wanneer het onderwijs weer zijn normale loop zal krijgen.