Actuele situatie rond de onrust in Kameroen (okt.2018)

Inleiding

In een eerder bericht hebben we u geïnformeerd over de redenen voor de huidige onrust in het Noordwestelijk deel van Kameroen.

Kort samengevat zijn deze redenen:

  1. Het gevoel van achterstelling van het Noordwestelijk (Engelstalige) deel ten opzichte van het (veel grotere) Franstalige  gebied, het daarop gebaseerde streven naar zelfstandigheid van het Engelstalige deel en het verzet tegen het jarenlange bewind van de huidige president Paul Biya.

  2. De komende verkiezingen (in oktober) waren aanleiding  voor de opleving van verzet en daarop volgend ingrijpen van de overheid (politie en leger).

 

Actuele situatie

Op dit moment is de situatie in de Noordwest Provincies onoverzichtelijk.

In de steden zijn weliswaar acties als stakingen en demonstraties aan de gang, maar omdat de overheid daar strak toezicht houdt met leger en politie blijft het verzet wat onder de oppervlakte.

Op het platteland is de situatie gewelddadiger. Groepen separatisten voeren gewapende acties tegen politie en leger, maar ook tegen burgers die zij van collaboratie verdenken. 

M.n. deze laatste groepen hebben te lijden onder de situatie. Huizen worden in brand gestoken, mensen neergeschoten en beide partijen, separatisten en militairen, geven elkaar daarvan de schuld.

Voor de burgers betekent dit dat ze geen idee meer hebben wie de werkelijke vijand is en onder hen heerst dus grote angst.

Verschillende dorpen zijn afgebrand en inwoners zijn in steeds grotere getale op de vlucht.

Een verlaten dorp in Noord-West Kameroen

Een verlaten dorp in Noord-West Kameroen

In aanloop naar de verkiezingen worden door de overheid steeds strengere maatregelen genomen. Zo zijn de wegblokkades uitgebreid en is er een algeheel reisverbod afgekondigd in het Noordwestelijk deel.

Het internet wordt regelmatig geblokkeerd, telefoonverbindingen zijn gestoord en het elektriciteitsnetwerk functioneert niet meer.

Op deze wijze is dit deel van Kameroen geheel geïsoleerd mede om het conflict niet naar buiten bekend te maken.  

Voor onze projecten is deze ontwikkeling ernstig.

Omdat men niet weet wie de echte vijand is, heerst er op het platteland angst.

Ouders durven hun kinderen niet naar school te sturen.

Scholen durven niet open te gaan.

Inwoners  hebben hun huizen in brand op zien gaan en zoeken veilige plekken.  

 

Situatie in Njinikom en Babungo

Njinikom (één van de plaatsen waar een deel van het onderwijsproject wordt uitgevoerd) heeft te maken met wat we oorlogsgeweld kunnen noemen. Huizen zijn afgebrand, burgers zijn gedood en men durft daar de huizen nauwelijks meer te verlaten. Veel mensen zijn gevlucht naar de grote steden, maar een deel ook naar Babungo.

In Babungo is het relatief rustig.

Men hoort wel voortdurend schoten uit de omgeving en vertegenwoordigers van beide partijen (de separatisten en de politie c.q. het leger) komen regelmatig langs om de situatie te controleren, maar treden daar verder niet op.

De drukte daar wordt veroorzaakt door de grote groep vluchtelingen (ca. 100) die op het BIMEHC terrein worden opgevangen.

Doordat er geen  overheidssteun is voor deze opvang,  zijn er grote problemen ontstaan bij de huisvesting, voeding en medische zorg van deze mensen.

In een situatie waar al niet veel is, ontstaan al snel tekorten. 

Gelukkig zijn er wat sponsoren geweest die geld hebben gestort waarmee tenten zijn aangeschaft, zodat de vluchtelingen een dak boven het hoofd is gegeven en waar zij een plekje voor hun spullen hebben.

Met dit geld kon ook voor voedsel en medicijnen gezorgd worden.

Uitreiking van voedselpakketten aan vluchtelingen

Uitreiking van voedselpakketten aan vluchtelingen

M.b.t het onderwijsproject moeten we constateren dat dit niet naar behoren gaat.

Ouders durven hun kinderen niet naar school te sturen en men durft de school daar ook niet te gebruiken.

Wel heeft men daar een wat slinkse oplossing gevonden om zo veel mogelijk onderwijs te kunnen geven.

In een aantal van de aangeschafte tenten worden overdag tafeltjes gezet en dan worden deze voor onderwijs gebruikt. Op het moment dat er controle komt doen ze daar gewoon met elkaar spelletjes.

Het gevolg van het feit dat het onderwijsproject dus maar moeizaam voort gaat, is natuurlijk dat er nauwelijks projectgeld uitgegeven wordt.

De Stichting houdt dat in reserve in de hoop dat de situatie na de verkiezingen wat zal normaliseren en dat de projecten dan weer gestart zullen worden.

In principe is de Stichting Babungo geen organisatie die noodhulpverlening financiert.

Op dit moment is er het dilemma, dat we als enige organisatie via onze jarenlange directe contacten tot dit specifieke gebied toegang hebben en een bijdrage kunnen leveren aan het bieden van hulp.

Om die reden hebben we een aantal sponsoren bereid gevonden om specifiek voor de hulp aan de vluchtelingen middelen beschikbaar te stellen.

Dat heeft de aangegeven  opvang mogelijk gemaakt.

Op grond van de huidige ontwikkelingen verwachten we dat het nog een tijd kan duren voordat de situatie weer zodanig zal zijn, dat we de reserves, die we voor het onderwijsproject  opbouwen, kunnen inzetten.

Verzoek aan sponsoren en donateurs

Graag zouden we aan de sponsoren van het project willen vragen te overwegen ons toe te staan als de nood rond de vluchtelingen hoog oploopt de voor het onderwijsproject gereserveerde middelen  (uiteraard na overleg) daartoe gedeeltelijk in te zetten.

We nemen hierover nog contact met u op.

Een “verborgen” klasje onder een tent

Een “verborgen” klasje onder een tent

Tim Ramsche